Blog

De 8 levensvaardigheden, theorie van Erikson

De Deens-Amerikaanse psycholoog Erik Erikson (1902-1994) zag onze psychische ontwikkeling als een levenslang proces. Erikson had de theorie dat we in de loop van ons leven acht levensvaardigheden moeten leren om goed te kunnen functioneren. Deze vaardigheden doen wij op in bepaalde levensfasen, volgens Erikson. Gebeurt dat niet of onvoldoende, dan is het mogelijk dat we vaardigheden later in ons leven gaan missen.  Wat niet wil zeggen dat we ze later niet meer onder de knie krijgen. Een mens heeft de mogelijkheid om zijn hele leven te blijven leren.

Dit zijn de 8 levensvaardigheden:

Vertrouwen (0-1,5 jaar) Babytijd
In de prille kindertijd ontstaat de hechting met de moeder. Als die goed verloopt, durven we later in ons leven anderen te vertrouwen. Bij onvoldoende hechting kan het kind angstig en achterdochtig worden.

Autonomie (1,5-3 jaar) Peutertijd
In deze fase leren we onszelf beheersen en zelf dingen voor elkaar te krijgen. Wanneer onze ouders ons teveel beschermen en we zelf te weinig mogen doen, of als we belachelijk worden gemaakt wanneer ons iets niet lukt, krijgen we later in ons leven de neiging snel aan onszelf te twijfelen. Mogelijke andere problemen zijn egocentrisme, agressie, dwangmatig gedrag, terughoudendheid en schaamte over zichzelf.

Initiatief (3-6 jaar) Kleutertijd
In deze fase leren we zelf initiatief nemen, een doel stellen en daar naartoe werken. Als onze ouders ons hier niet in aanmoedigen of zelf ontmoedigen, zullen we later in ons leven moeite blijven houden met initiatief nemen. Ook kan het zich later uiten in onverantwoordelijk gedrag of juist geremdheid.

Competentie (6-13 jaar) Kindertijd
In deze fase leren we allerlei vaardigheden die we nodig hebben om succesvol te kunnen zijn in de maatschappij; niet alleen basale zaken als lezen en schrijven, maar ook verantwoordelijkheid nemen en sociale vaardigheden.

Identiteit (13-25 jaar) Adolescentie
Bij de overgang van kind naar volwassene gaan we door een identiteitscrisis: wie ben ik, wat wil ik? Als we geen duidelijk antwoord vinden op deze vraag, zullen we steeds op zoek blijven naar welke rol we nu eigenlijk hebben in het leven. Het kan resulteren in een goede ontwikkeling van onze identiteit of juist voor verwarring zorgen. In deze fase kan ook een negatief zelfbeeld ontstaan.

Intimiteit (24-45 jaar) Jongvolwassen
In deze fase gaan we ons betrokken voelen bij ons werk en ontwikkelen we duurzame, intieme relaties. Als we daar niet in slagen, kampen we met gevoelens van eenzaamheid en afzondering of wisselen regelmatig van partner.
Productiviteit (45-65) Middelbare leeftijd
Dit is ons meest productieve periode. We brengen kinderen groot, maken carrière en helpen anderen. Het is de fase waarin we onze levensdoelen waarmaken. Slagen we daar niet in dan raken we in onszelf gekeerd en stagneren we onze ontwikkeling. Tevens kunnen er dan emotionele problemen en zorgen ontstaan.

Tevredenheid (vanaf 65 jaar) Ouderdom
We hebben het gevoel dat ons leven betekenis heeft gehad, kijken er met tevredenheid op terug en accepteren de naderende dood. Kijken we echter met spijt terug en blijven we treuren om mislukkingen en gemiste kansen, dan zullen we de dood niet accepteren.