Pubertijd
De pubertijd drijft tieners en ouders soms tot wanhoop. Wederzijds onbegrip doet de verstandhouding geen goed. Wanneer u uw kind niet voor rede vatbaar vindt, kan een andere benadering al een groot verschil maken. Hier zijn 5 tips voor een fijner contact:
- Afstand nemen hoort erbij.
De verwijdering die de puber zoekt, heeft een functie. Pubers moeten onderzoeken en experimenteren. De ouders zien dan ander gedrag. Een puber praat minder; dat doen ze liever met vrienden. Ze trekken zich eerder terug op hun kamer. Doordat ze hun grenzen aan het verkennen zijn, kunnen ze thuis goed oefenen. Dit gaat niet altijd op een gezellige manier. Weet dat het van tijdelijke aard is. Als ouders doe je er goed aan om duidelijke grenzen te stellen, blijf jezelf, blijf kalm en vertrouw erop dat je straks je kind weer terugkrijgt. - Geef uw kind de ik-boodschap
Wanneer je in gesprek bent met je kind, ga dan niet preken. Dan klapt de puber dicht. Wat wel werkt is om vanuit je eigen gevoelens te praten dan voorkom je dat je gaat beschuldigen. Zeg bijvoorbeeld: “Ik heb er last van als ik je spullen achter je moet opruimen” of “Ik lig wakker als je later thuiskomt dan afgesproken”. - Praat ook over het praten
Soms kun je er tijdens het praten zo mee bezig zijn of je het wel goed doet, dat het helpt om het gewoon uit te spreken. “Ik weet eigenlijk niet zo goed wat ik nu tegen je moet zeggen”. Gebruik dan metacommunicatie: vertel hoelang het gesprek gaat duren, waar je precies over wilt praten en dat niets zeggen ook een optie is. Vooral jonge pubers hebben de neiging om van de hak op de tak te springen. De ouder moet het gesprek dan in goed banen leiden door te zeggen: “Je bedoelt dus eigenlijk…”? Of : “Maak je zin eerst even helemaal af, dan begrijp ik je beter”. - Doe net als Socrates
De Griekse wijsgeer Socrates was er van overtuigd dat hij zelf niet veel wist. Daarom ging hij graag bij anderen te rade voor kennis. Hij was bedreven in het stellen van vragen dat de ander niet alleen vertelde wat hij wist, maar dat diens kennis zich tijdens het vertellen ook nog verder ontwikkelde. En dat is precies wat wij bij onze kinderen moeten zien te bewerkstelligen. Door gericht door te vragen stimuleer je de ontwikkeling bij je puber. Deze socratische benadering bestaat uit: interesse tonen, doorvragen en meer luisteren dan zelf vertellen. De puber weet soms meer dingen dan u. Vraag bijvoorbeeld: “Wat maakt een docent in jouw ogen een goede leraar”? Of : “Wat is het verschil tussen Hyves en Facebook”? Zie het als een ontdekkingsreis in de gedachtewereld van de puber. - Houd uzelf staande
Pubers kunnen meedogenloos zijn in hun kijk op de wereld. Je krijgt van niemand een eerlijker oordeel dan van je zoon of dochter. Straal geen autoriteit uit, maar sta als ouder voor wat je werkelijk voelt, vindt en denkt. Dat straalt pas echt gezag uit. Kinderen herkennen onmiddellijk of je de regels die je stelt, zelf ook naleeft. Dus ga niet aangeschoten achter het stuur zitten of grijp niet alle avonden zelf naar de zak chips!
Ondanks al uw goede bedoelingen kan er altijd iets fout gaan in een gesprek. Hier een aantal bekende valkuilen, plus manieren om ze te omzeilen:
Niet doen als ouder:
- Bevelen (Ga nu je kamer opruimen)
- Dreigen (Als je nu niet ophoudt dan ….)
- Preken (Je weet niet half hoe goed je het hebt)
- Bedelven onder argumenten (Je moet leren omgaan met geld, want uit onderzoek blijkt…)
- Oplossingen aandragen (Als ik jou was zou ik….)
- Oordelen, bekritiseren (Wat je zegt is helemaal niet waar. Je bent onverantwoordelijk)
- Overmatig prijzen (Het is zo knap dat je behalve school ook nog sport en een baan hebt!)
- Belachelijk maken en schelden (Typisch iets voor jou, zo’n stomme reactie)
- Analyseren en psychologiseren (Volgens mij bedoel je iets anders)
- Troosten zonder het probleem te erkennen (Wat het ook is, het komt allemaal weer goed)
- Controleren (Waarom was je niet bereikbaar?)
- Afleiden, bagatelliseren (Zullen we het over iets anders hebben?)
Wel doen als ouder:
- Oprechte interesse tonen (Stel geen vragen vanuit nieuwsgierigheid maar vanuit belangstelling voor je kind)
- Uw wijsheid doseren (Ik zeg dit wel tegen je, maar dat zal je zelf ook wel weten)
- Praat rustig tegen een puber en maak oogcontact.
- Eet gezamenlijk aan tafel, dit nodigt uit voor een gesprek. Dus niet voor de TV gaan zitten met het bord op schoot!
- Benoem wanneer je iets positiefs waarneemt bij je kind. (Fijn dat je de keuken hebt opgeruimd!)
- Wanneer je puber stil en teruggetrokken is, benoem dit en nodig uit om er over te praten. (Het valt me op dat je snel naar je kamer gaat, zit je ergens mee?) Accepteer als de puber er op dat moment niet over wil praten. Een volgende keer wil hij/zij er misschien wel over praten. Houdt de deur altijd open.
Veel succes!